St. Vincent
Zoals op meerdere eilanden werden we hier ontvangen met heerlijke Caribische muziek. We hadden die dag afgesproken om met een aantal Nederlanders die we op de boot hebben ontmoet, een taxi te regelen. We hebben onderhandeld over de prijs en de route, zodat we onze eigen tour konden bepalen. Als eerst gingen we op weg door het stadje Kingstown. De chauffeur liet zien waar het politiebureau, het huis van de premier en de belangrijkste kerken zijn. In het midden van het centrum was een mooi kathedraal waar we op de terug weg nog zouden stoppen. St. Vincent is van alle eilanden die wij bezochten degene met de meeste bergen, dus het was nogal een hobbelige route. Daarnaast is er maar één weg op dit eiland, wat automatisch betekent dat je dezelfde weg – anderhalf uur lang haarspeldbochten en hobbelwegen – ook weer terug moet. Na deze hobbelige rit kwamen we aan bij de Dark View waterval. Een metershoge waterval midden in een prachtig stuk regenwoud. Voordat we er konden komen moesten we nog en bamboe hangbrug over. Tikkeltje eng, maar we laten ons niet tegen houden. Eenmaal bij de waterval heb me geen moment bedacht en ben ik er meteen onder gaan staan. Iets wat ik altijd al eens heb willen meemaken, de kracht en frisheid van het water. Zeker omdat het op dit eiland ook weer tropisch warm is kwam het als een aangename afkoeling. En wat een schoonheid, die natuur, het water komt met een gigantische snelheid en kracht op je neervallen. Het gevoel: fan-tas-tisch!
Daarna gingen we verder – of eigenlijk terug – richting Kingstown. Dezelfde weg anderhalf uur lang. Maar onderweg was er genoeg te zien, mooie natuur, af en toe stops voor goede uitkijkpunten en de gids vertelde over hoe mensen op dit eiland leven. Het eiland is heel vruchtbaar vanwege de vulkaan die nog steeds actief is. Daarnaast is het zoals op veel van deze eilanden, bijna altijd warm en regent het er regelmatig. Op dit eiland zijn bijna geen stranden, het loopt vanaf de bergen stijl af bij de kust. Er zijn enkele zeer kleine strandjes en deze hebben altijd zwart zand (vanwege de vulkaan dus). Ondanks het zwarte zand is het water ongelooflijk helder en wilden we onszelf een duik niet onthouden. We zijn gestopt bij de Wallilabou baai, waar je (g)een enkele tourist tegen komt en kunt genieten van de bijzonder mooie natuur. Daarnaast zie je meteen bij aankomst een aantal piraten gerelateerde items. Dit komt omdat de tweede film van Pirates of the Caribbean hier is opgenomen. Gaaf om als film fan daar tussen te staan.
De voorlaatste stop was bij een lokale bar. Het was bijna niet groter dan een slaapkamer en er zat niemand. Maar dit moest één van de betere barretjes zijn, nog niet ontdekt door toeristen. Ik heb het lokale, prijswinnende, Hairoun bier gedronken en die was echt zalig. Een aanrader om deze ook te nemen als je hier ooit bent.
Als laatste zijn we zoals beloofd bij de kathedraal gestopt. De scholen waren net uit en de kinderen zwaaiden onderweg vrolijk naar ons. De kathedraal bleek binnen minder mooi dan van buiten. Een wat sobere inrichting met weinig glas in lood of mooie beelden. In het midden was een kleine binnenplaats met een vijvertje en binnen vijf minuten hadden we het wel gezien. Tenslotte is de grootste kerk op zo’n klein eiland, ook maar relatief.