Grenada
Op Grenada konden we niet van de boot zo de haven in lopen, want de haven was vol. We moesten, zoals dat zo mooi heet, tenderen. Voordat dat protocol is opgestart duurt het wel even. Iedereen moet een nummer afhalen en dan worden de nummers omgeroepen. We lagen ergens halverwege de baai en je wordt dan met de reddingsboten naar de kant gebracht. Voor één keer toch ook wel een ervaring. Eenmaal aan land zijn we op zoek gegaan naar aanbieders van eiland tours. Samen met nog wat anderen van verschillende cruiseschepen (en verschillende landen) zijn we met een taxi over het eiland gereden. Wat overigens echt minder dan de helft kost ten opzichte van een excursie die je op de boot boekt.
Grenada staat bekend om haar kruiden, die overal groeien. De gids vertelde dat bijna iedereen fruit en kruiden in eigen tuin heeft groeien waardoor er bijna nooit markt is. Af en toe is er een kleine markt waarin mensen dan producten ruilen of kunnen kopen. Later in de middag zijn we nog naar de markt geweest en klein is echt een understatement. De markt bestond letterlijk uit vier kraampjes. We hebben een stop gemaakt bij een klein winkeltje waar ze lieten zien hoe ze de verschillende kruiden oogsten. Daar hebben we ook nog wat kruiden aangeschaft voor thuis. Het meest typerende was voor mij de cacaobonen. Deze groeien in een gele vrucht, waarin dan weer een witte boon zit. Deze boon drogen ze uit en dat is uiteindelijk de cacaoboon zoals wij die kennen.
Na dit lesje over kruiden reden we verder naar de grootste waterval van het eiland. En die was prachtig. In een schitterend klein regenwoud niet ver van het pad kon je er zo heen lopen. Het was relatief gezien nog een kleine waterval maar dat kon de pret niet drukken. Een aantal toeristen waren zelfs aan het zwemmen in het beekje onder de waterval. Helaas hadden wij hier niet genoeg tijd voor, want wat had ik dat graag gedaan. Midden in die prachtige natuur.
De volgende stop was in het nationaal park op ongeveer 500 meter hoogte. Het was er lekker fris, heel anders dan op de rest van het eiland waar het erg warm is. Vanaf hier hadden we een prachtig uitzicht over de bergen en het eiland. Ook kon je een vulkaan krater, gevuld met water (ja dat rijmt!) zien vanaf hier. De vulkaan is al jaren niet meer actief en vormt dus geen gevaar.
Om nog niet te stoppen met de mooie uitzichten zijn we op de terugweg nog even gestopt op een berg vanaf waar je de haven en de cruiseschepen kon zien liggen. Hier kon je wederom goed zien hoe klein ons cruiseschip was vergeleken met de anderen, die soms wel twee keer zo groot waren. De laatste stop was natuurlijk bij het strand. Want wie krijgt er ooit genoeg van parelwitte stranden met een helderblauwe zee? Het water was aangenaam warm en er zijn bijna geen golven. Tegenover het strand was een begraafplaats, toch een mooie plek om voor eeuwig te liggen.